
■ Camera
Wanneer u de camera wilt gebruiken, selecteert u
Menu
>
Media
>
Camera
.
Als u wilt in- of uitzoomen, drukt u de navigatietoets omhoog of
omlaag. Druk op de navigatietoets om het beeld vast te leggen.
De foto wordt opgeslagen in
Afbeeldingen
in
Galerij
en de foto wordt
weergegeven. Als u wilt terugkeren naar de zoeker, selecteert u
Terug
.
Als u de foto wilt verwijderen,drukt u op de wistoets.
Als u een reeks foto's wilt maken, selecteert u
Opties
>
Reeksmodus
>
Aan
of drukt u op 4. In de reeksmodus maakt de camera met korte
tussenpozen zes foto's die in een raster worden weergegeven.
Selecteer
Opties
>
Flits
>
Aan
of
Uit
om de flash in of uit te schakelen.
Als u
Automatisch
selecteert, wordt de flash automatisch gebruikt
wanneer dat nodig is.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flash gebruikt. Richt de flash niet van
dichtbij op mensen of dieren. Dek de flash niet af wanneer u een foto maakt.
Als u bij weinig licht de nachtmodus wilt gebruiken, selecteert
u
Opties
>
Nachtmodus
>
Aan
of drukt u op 1.
Als u de timer wilt gebruiken, selecteert u
Opties
>
Zelfontspanner
en
de tijd die de camera moet wachten om een foto te maken. Druk op de
navigatietoets om de timer te starten.
Als u de witbalans of kleurtoon wilt aanpassen, selecteert u
Opties
>
Aanpassen
>
Witbalans
of
Kleurtoon
.
Als u een video wilt opnemen, selecteert u
Opties
>
Videomodus
en
drukt u op de navigatietoets om de opname te starten.

M e d i a
60